Aangepaste beeldinstellingen
U kunt het contrast, de helderheid, scherpte, kleur en tint van het beeld naar wens instellen.
Beeldaanpassing
Aangepaste beeldinstellingen
31
OPMERKING
U kunt de tint niet
aanpassen als de invoer
van
COMPONENT1 en
COMPONENT2 zijn
ingesteld op 480p, 720p
en 1080i.
Contrast Om het contrast tussen het voorwerp en de
achtergrond aan te passen.
Helderheid Om de helderheid van het gehele beeld aan te
passen.
Scherpte Om de omtrek van het weergegeven voorwerp
te verscherpen of verzwakken.
Kleur Om de kleur lichter of donkerder te maken.
Tint Om met behulp van groen of rood een meer
natuurlijke weergave te krijgen van
voorwerpen.
Menu Aangepast beeld
Druk op de toets CUSTOM.
Het menu Aangepast beeld wordt weergegeven.
Zie nummer 4 hieronder voor aanpassingen.
One Touch
1
MENU
2, 3, 4
Selecteer
2, 3, 4
…/†/œ/√
5
EXIT
Druk op de toets MENU.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
1
Druk op ▲ of ▼ om naar Beeld te gaan.
Het menu Beeld wordt weergegeven.
Druk op .
2
Druk op ▲ of ▼ om naar Aangepast beeld te
gaan en druk daarna op .
Het menu Aangepast beeld wordt weergegeven.
3
Druk op ▲ of ▼ om naar het gewenste onderdeel
te gaan en druk daarna op .
Druk op
œ of √ om het geselecteerde onderdeel
aan te passen.
4
Druk op de toets EXIT om het menu te verlaten.
5
…
Contrast
†
Beeld
Beeldmodus : Film 1 √
Aangepast beeld √
Beeldformaat : Vol √
Positie
√
DNIe : Uit √
Filmmodus : Aan √
Overscan : Aan √
Verpl. Enter Terug
Aangepast beeld
Contrast 50
Helderheid 50
Scherpte 50
Kleur 50
Tint G 50 R 50
† Meer...
Verpl. Enter Terug
50
Aangepast beeld
Contrast 50
Helderheid 50
Scherpte 50
Kleur 50
Tint G 50 R 50
† Meer...
Verpl.
Enter Terug
Comments to this Manuals