Werken met het meldingenpaneel
›
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Als u het paneel wilt
verbergen, selecteert u
.
U kunt de huidige status van het apparaat weergeven en de
volgende opties gebruiken in het meldingenpaneel:
Wi-Fi
●
: de Wi-Fi-functie in- of uitschakelen. ► p. 84
GPS
●
: de GPS-functie in- of uitschakelen. ► p. 92
Melodie
●
: de stille stand in- en uitschakelen. U kunt uw apparaat
dempen of het instellen op trillen in de stille stand.
Schermrotatie
●
: toestaan of voorkomen dat de interface wordt
gedraaid wanneer u het apparaat draait.
Spaarstand
●
: de energiespaarstand in- of uitschakelen.
Melding
●
: meldingenpictogrammen weergeven of verbergen.
Bluetooth
●
: de Bluetooth-functie aan- en uitzetten. ► p. 90
Auto-stand
●
: de autostand in- of uitschakelen.
Synchr.
●
: automatische synchronisatie van applicaties activeren
of deactiveren.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
Items verplaatsen op het startscherm
›
Blijf een item aanraken en sleep
het naar een nieuwe locatie.
U kunt een item aan een nieuwe
map toevoegen of het naar een
nieuw paneel verplaatsen. Blijf het
item aanraken en sleep het naar
Map maken of Pagina maken.
Comments to this Manuals