›
De opnamestand wijzigen
U kunt foto’s maken in verschillende opnamestanden. Als u de
opnamemodus wilt wijzigen, selecteert u
→
Fotostand
→
een
optie.
Optie Functie
Smile shot
Het apparaat instellen om de gezichten van
mensen te herkennen en u te helpen foto’s te
maken wanneer ze glimlachen.
Panorama Panoramafoto’s maken.
Actiefoto
Maak opnamen van een bewegend
onderwerp en combineer deze tot één foto
waarop de actie te zien is.
Camera-instellingen wijzigen
›
Voordat u een foto maakt, selecteert u voor toegang tot de
volgende opties:
Optie Functie
Sneltoetsen
wijzigen
Sneltoetsen naar veelgebruikte opties
bewerken.
Zelfportret
Overschakelen naar de voorste camera om
een foto van uzelf te maken.
Flitser
De flitsinstelling wijzigen: u kunt de flitser
handmatig in- of uitschakelen of instellen
dat er automatisch wordt geflitst wanneer
dit nodig is.
Fotostand De opnamestand wijzigen.
► p. 61
Scène modus De scènestand wijzigen.
Belichtingswaarde
De belichtingswaarde aanpassen om de
helderheid te wijzigen.
Comments to this Manuals